dinsdag 15 november 2011

JOHAN GERHARD NICOLAAS VöLKERS

Beelden van Delden uit de eerste helft van de 20e eeuw.

Dit jaar viert het Cultureel Straatfestival Delden haar 15-jarig jubileum. In het kader hiervan heeft het straatfestival een expositie georganiseerd. Het betrof een expositie van het werk van de in Delden geboren en getogen amateurkunstschilder Johan Gerhard Nicolaas Völkers (1898-1945). Nu, 66 jaar na zijn overlijden niet alleen een interessante expositie, maar tevens een boekje over zijn leven en zijn werk.

Völkers wilde alles wat hem dierbaar was vastleggen! En zijn omgeving was hem dierbaar. Zo schilderde hij bij voorkeur taferelen in en om Delden: kerken, erven en boerderijen, landschappen, maar ook stillevens, portretten en religieuze taferelen. In het boekje is een selectie van het werk van Völkers opgenomen, o.a. het erve Bruggeman aan de Hengelosestraat in Delden, erve Haafkes aan de Enterseweg in Goor, de inmiddels verdwenen boerderij De Strookappe op de Vossenbrink. Maar ook de Schaapskooi bij het kasteel Twickel, de Oude Kerk, de synagoge en de Eschmolen. Het boekje bevat overigens ook een plattegrond van Delden waarop de geschilderde locaties zijn aangegeven. Dit maakt, dat deze publicatie ook bijzonder geschikt als handleiding voor een rondwandeling door Delden.

Johan Völkers had samen met zijn broer Jan een schildersbedrijf in Delden, maar als zijn grote passie gold (kunst)schilderen en tekenen. Hij was een autodidact en maakte veel kunstwerken die hij ruilde of voor een klein bedrag verkocht aan een groot aantal Deldenaren. De oorlog betekende echter een keerpunt in zijn leven. Völkers was boos op de Duitsers dat zij zo nodig een oorlog moesten beginnen. De oorlog verstoorde zijn vrijheid om te schilderen. Hij krabde bij al zijn schilderijen van zijn naam de 'umlaut' weg, om zijn Duitse komaf te kunnen ontkennen.

Völkers, nagenoeg de enige Deldense kunstschilder, heeft vele honderden schilderijen vervaardigd. Zo ook een groot schilderij van koningin Wilhelmina. Dat schilderij kreeg een bijzondere plek bij de bevrijding van Delden. Het hing aan een ereboog. Maar Völkers was toen ziek, zo ziek zelfs dat hij op 5 april 1945, enkele dagen na de bevrijding overleed. Maar, met deze publicatie komt Johan Gerhard Nicolaas Völkers weer tot leven. Het boekje is te bestellen voor 15 euro (excl. verzendkosten) bij Kees Hof te Delden per mail te bereiken via: info@straatfestivaldelden.nl

zaterdag 29 oktober 2011

DE LIEFDE VAN CHRISTUS LAAT ONS GEEN RUST

DE SPIRITUALITEIT VAN ALPHONS ARIENS
Onlangs is het 150 jaar geleden dat Alfons Ariëns (1860-1928) is geboren. Alfons Ariëns kreeg bekendheid als drankbestrijder en voorvechter van de arbeidersrechten, vooral in Enschede. Ofschoon er diverse (oudere) levensbeschrijvingen bestaan over Ariëns, is er in 2008 een geheel nieuwe publicatie verschenen. Een spirituele biografie over Ariëns van de hand van pastoor
Henri ten Have.


Ten Have heeft daarbij bewust gekozen voor een andere invalshoek: het moest een beschrijving worden die zou ingaan op de spiritualiteit van deze maatschappelijk actieve priester én die aan zou sluiten bij de tijdgeest, waarin grote belangstelling voor het thema ‘spiritualiteit’ bestaat. Bovendien wilde de auteur met deze biografie nog iets, namelijk “Ariëns zelf zoveel mogelijk aan het woord laten. Hij spreekt in het boek echt tot ons, via citaten uit preken en toespraken.” Daarvoor raadpleegde Ten Have zowel originele archiefstukken als bestaande publicaties.

‘De liefde van Christus laat ons geen rust’ opent met een levensbeschrijving van Ariëns, gevolgd door een deel dat de spiritualiteit van Ariëns in vier hoofdstukken uiteenzet: ‘De ontwikkeling van Ariëns’ persoonlijk geestelijk leven’; ‘De priesterlijke spiritualiteit van Ariëns, ‘Karakteristieke aspecten van Ariëns’ spiritualiteit’ en de ‘Actuele betekenis van Ariëns spiritualiteit’.

Alphons Ariëns werd op 26 april 1860 in Utrecht geboren. Op tienjarige leeftijd werd hij naar Rolduc gezonden, waar hij van 1870-1878 verbleef. Daar groeide zijn priesterroeping en nadat hij het grootseminarie Rijsenburg had doorlopen, werd Ariëns in 1882 priester gewijd – pas 22 jaar oud. Ariëns vertrok vervolgens voor studie naar Rome. In 1885 promoveerde hij tot doctor in de dogmatiek. In 1886 keerde hij terug naar Nederland en werd kapelaan in Enschede. Daar verdiepte hij zich systematisch in de sociale omstandigheden van de textielarbeiders. In 1901 werd Ariëns benoemd tot pastoor te Steenderen. Van 1908 tot 1926 was hij pastoor te Maarssen. Ariëns stierf op 7 augustus 1928 te Amersfoort.

Interessant is overigens, dat de auteur is benoemd tot vice-postulator inzake het eerste proces van Ariëns dat mogelijkerwijs t.z.t. leidt tot een zaligverklaring. Overigens een proces dat al in 1958 is gestart. De publicatie, isbn 9789056252878, is uitgegeven door Valkhof Pers te Nijmegen, telt 186 pagina's en is verkrijgbaar voor € 17,50 bij de boekwinkel, dan wel te bestellen bij het aartsbisdom Utrecht.

Noe brek mie de klomp

75 jaar de Ootmarsumse Boerendansers
Onlangs is er een schitterend gedocumenteerd jubileumboek verschenen over de Ootmarsumse boerendansers, onder de titel: ‘Noe brek mie de klomp’. Een publicatie die terugblikt op het 75-jarig bestaan van deze dansgroep die vele optredens heeft verzorgd. En elk optreden van deze Boerendansers neemt de toeschouwers weer mee terug in de tijd. Ze laten zien met hoeveel aandacht en gevoel voor traditie in voorbijgaande eeuwen, op het platteland van Twente, feesten en hoogtijdagen werden gevierd.

 In het ‘Woard van teveurten’ stelt de voorzitter van de Boerendansers Jurgen Lohuis o.a. het volgende:
“In 1936 is ’t allemoal begonnen. Op 13 juni van dat joar leup d’r ’n köppelke boeren en boerinnen met in nen historisch-folkloristischen optocht deur oonze stad. Oonderweg leuten ze mangs zeen hoo d’r vrooger op brulften en aandere feeskes wedd'n daanst. Nou en doarmet wad'n de Boerendaansers geboaren.
Vanof dee tied hebt de Boerendaansers zich zowat ’t gat oet ’n haaken sprongen um an onmeundig völ leu oonze mooie oale Twentse daansen te loaten zeen en in èère te hoalen.”


Nu dus een jubileum en wel een feestdag die begon met een viering ‘Karkdeenst in de Twentse Sproake’. Nadien werden de feestelijkheden voor de jubilerende Boerendansers voortgezet en bij gelegenheid daarvan werden de eerste drie jubileumboeken uitgereikt aan een drietal oud-leden, te weten de dames Broekhuis, Velthuis en Tijink.

Uit het jubileumboek blijkt, dat het kenmerkend is dat men in al die jaren heel sterk de nadruk heeft gelegd op het behoud van authenticiteit, kostuum, dansen, gebruiken en attributen die streekeigen zijn. Streekeigen waren zondermeer ook: Wim Essink en Toon Heupink. Twee legendarische figuren die decennia lang het gezicht vormden van de Boerendansers en grote pleitbezorgers waren van de Twentse folklore.

Burgemeester Cazemier stelt in zijn voorwoord o.a.: “Met deze publicatie geven de Ootmarsumse Boerendansers een unieke blik in het rijke verleden van deze folkloristische dansgroep. Een boek dat
het 75-jarig bestaan van de dansgroep luister bij zet.”
Het 192 pagina’s tellend boek betreft een eigen uitgave van de Ootmarsumse Boerendansers waarbij de redactie bestaat uit Desiré Groothuis en José olde Monnikhof. ‘Noe brek mie de klomp’, met vele prachtige foto’s van weleer, is voor 19,50 euro te koop bij de VVV en het postagentschap Brummelhuis te Ootmarsum dan wel bij de boekwinkels van Heinink.

woensdag 28 september 2011

Religieus erfgoed in de Sint Georgiusbasiliek Almelo

Een jaar geleden verscheen er een schitterend groot fotoboek van de Sint Georgiusbasiliek te Almelo. Dit boek werd uitgegeven naar aanleiding van het 225-jarig bestaan van de heroprichting van de St. Georgiusparochie te Almelo én de proclamatie van de St.Georgiuskerk tot basiliek op 13 december 2009. Sinds 1902 is de ‘George’ - zoals de kerk in de volksmond wordt genoemd - één van de monumentale gebouwen van Almelo en door de consequente neogotische bouwstijl, de gebrandschilderde ramen en het monumentale hoofdaltaar beeldbepalend. Wie binnenstapt, komt onder de indruk van het stijlvolle interieur en de met zorg gekoesterde inventaris. Die beleving proef je ook bij het bladeren door het boek vol prachtige afbeeldingen van de kerkelijke kunst van deze bijzondere basiliek.

Almelo kent tot op heden de laatste basiliek van Nederland. Binnen de Rooms-Katholieke kerk is basilica een eretitel voor bijzondere kerken. In ons land bevinden zich thans 20 basilieken, waarvan vier in Twente, te weten in Oldenzaal, Hengelo, Tubbergen en Almelo. De kerk van de H. Pancratius te Tubbergen is als eerste ter wereld in dit millennium verheven tot basiliek en wel op 5 januari 2000. Op 26 september 2009 heeft Z.H. Paus Benedictus XVI de St. Georgiuskerk verheven tot basiliek. Tijdens de pontificale eucharistieviering op 13 december 2009 heeft de apostolisch nuntius in Nederland, Mgr. Dr. F.R. Bacqué het besluit waarmee de St. Georgiuskerk verheven is tot ‘Basilica Minor’ voorgedragen.

De trots dat de kerk is verheven tot basiliek komt zondermeer tot uiting in ‘Religieus erfgoed in de Sint Georgiusbasiliek Almelo’. In het fotoboek dat o.a. teksten bevat van Cor van den Broek en Jan Ribbert stelt rector Mgr. A.J.J. Woolderink niet zonder reden in z’n nawoord het volgende: “Zo weerspiegelt onze parochiekerk ook de liefde van de vele generaties Almeloërs voor geloof en kerk. Aan ons is de uitnodiging om die verbondenheid, ook in de huidige tijd gestalte te geven. Graag wil ik mijn grote erkentelijkheid en dank uitspreken aan de samenstellers van dit prachtig geïllustreerde boek van onze kerk.” Het grafisch ontwerp is van Susan Bijen en de kleurrijke foto’s van Corine van den Broek. ‘Religieus erfgoed in de Sint Georgiusbasiliek Almelo’ is te koop via de pastorie/parochiecentrum van de St. Georgiusparochie, Boddenstraat 76 te Almelo, telefonisch te bereiken via 0546-813298.
.

Streek & taal Twente

Vers van de pers is het fraaie dialectboekje 'Streek & Taal Twente'. De auteur is de streek- en dialectdeskundige Gé Nijkamp. In de afgelopen 15 jaar stelde hij elk jaar opnieuw de Twentse spreukenkalender samen. Deze kalenders zijn in voornoemde periode gevuld met meer dan 3.000 spreuken en dit geldt eveneens voor de teksten op de achterzijde van de kalenderblaadjes. Uiteraard zou het jammer zijn, dat bij het afscheuren van de kalenderblaadjes, dit mooie (dialect)materiaal verloren gaat.
Vandaar dat Gé Nijkamp, in samenspraak met uitgever Van de Berg, gemeend heeft er goed aan de te doen om hieruit een selectie maken. En dat heeft geresulteerd in een alleszins interessante publicatie van ons prachtige Twentse dialect.

Voor velen is Nijkamp geen onbekende en daarom is het niet bijster vreemd dat het weekblad 'de ROSKAM' op 19 augustus jl. een uitgebreid artikel wijdde aan zijn persoon, dat begint met:

“Hij leest vijf dagbladen en knipt daar van alles uit, geniet bovenmatig van een bekend Twents weekblad waarvan hij vrijwel alle jaargangen compleet heeft, struint boekenmarkten af, dicht, leest, schrijft en verzamelt. Je verwacht een gepensioneerde onderwijzer, maar het is de gewezen metaalbewerker Gé Nijkamp (72) uit Borne.

Dat citaat is uiterst treffend én veelzeggend, maar ook de keuze die Nijkamp gemaakt heeft uit al z'n teksten en spreuken etc. van de afgelopen jaren, zoals:

"wat he-j an wiesheed, as de doarheed 't veur 't zegn hef."

"Mienn taanddokter kan der heel wat van, zear de keerl,
he döt oe zulver in de koezen en zölf goold in de knip."

"Al te wies, kan nich beginn;al te door, kan nich verzinn."

'Streek & Taal Twente' bevat de meest rake, humoristische, puntige spreuken, dialectwoorden, gedichten en allerlei andere zaken. Daarnaast vindt u enkele prachtige illustraties van de hand van G. Hagting die de Twentse spreukenkalenders van de afgelopen jaren hebben gesierd. De samensteller en uitgever stellen: "wij presenteren u een gezellig kijk- en leesboek waarbij we u menig genoeglijk uurtje met een (glim)lach toewensen." 'Streek & Taal van Twente', met ISBN 9789055123520, telt 120 pagina's en is verkrijgbaar bij de boekhandel.

maandag 8 augustus 2011

Het ros van Twente

Afgelopen jaar verscheen de thriller ‘Het ros van Twente’ van de schrijver Claus Brockhaus. Ofschoon dit zijn Twentse debuutroman is, is Brockhaus nu voornemens om jaarlijks een thriller die in Twente speelt aan zijn oeuvre toe te voegen. De misdaadauteur werd geboren in Enschede en groeide daar ook op. Op z’n achttiende vertrok hij naar Amsterdam om te studeren. Hij werd onder meer hoofdredacteur van de VARA-gids, verslaggever bij Brandpunt, produceerde en regisseerde tv-programma, schreef scenario’s, en vanaf 2003 richtte hij zich op de literatuur en heeft als zodanig reeds enkele thrillers op zijn naam staan. Onlangs keerde hij terug naar zijn geboortegrond.

In het ‘Ros van Twente’ komt het verleden en heden dicht elkaar. Als de oude textielbaron Helmich van Delden overlijdt, strijden zijn kinderen om het familiekapitaal, dat volgens het testament moet worden besteed aan het vooruit helpen van de regio. Zoon Mats van Delden wil van Vliegveld Twente een internationaal hippisch centrum maken; dochter Daphne wil het geld besteden aan de uitbreiding van haar Twentse welness-imperium.
Laura Droste, afkomstig uit een familie van Twentse textielarbeiders, speelt in deze strijd een bepalende rol. Haar vader Dirk was vroeger de rechterhand van de ouwe schavuit Helmich van Delden. In zijn mémoires doet hij daarover een boekje open. Laura’s leven wordt bedreigd, maar de vraag is: door welke partij?

In deze literaire thriller is de hoofdrol weggelegd voor Twente. De prachtige beschrijvingen van het coulissenlandschap, van het textielverleden en van de nieuwe mogelijkheden voor de streek, geven het boek een authentiek en actueel karakter. Voor de inwoners van Twente is dit boek een feest van herkenning, voor bezoekers is het een even overtuigende kennismaking. Verleden en heden van Twente komen bij elkaar in een zinderende thriller.

‘Het ros van Twente’, met ISBN 9789080998353 en uitgebracht door Uitgeverij KanaalTwente te Enschede, telt 324 pagina’s en is verkrijgbaar bij de boekhandel.

Republiek van Adel

Eer in de Oost-Nederlandse adelcultuur (1522-1702)

In 2010 verscheen bij uitgeverij Van Gruting de publicatie, getiteld: Republiek van Adel. Deze publicatie gaat over adellijke mythes, obsessies met afkomst, hoofse liefde, vrouwelijke lijdzaamheid en rebellie, schakingen, jachtruzies, gekwetste eer, wraak en de dood. Het is een studie over normen, waarden en ambities van Oost-Nederlandse edelen in de tweede helft van de zestiende en de zeventiende eeuw. De auteur Conrad Gietman promoveerde op deze cultuurhistorische studie aan de Universiteit Utrecht. Hij is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Hoge Raad van Adel in Den Haag en werkt daarnaast als redacteur bij het Centraal Bureau voor Genealogie. Niet onvermeld dient te blijven dat dit boekwerk is verkozen tot het beste boek van Overijssel 2010.

De Republiek der Verenigde Nederlanden is in ons nationaal bewustzijn verankerd als een samenleving van kooplieden en regenten. Deze voorstelling berust op het ‘Hollandse wonder’ van de Gouden Eeuw. Maar waar Holland zich in de zeventiende eeuw kenmerkte door de macht van burgerlijke regenten en een bloeiende stedelijke cultuur, was in de oostelijke gewesten sprake van een traditionele standensamenleving waarin de adel onmiskenbaar de toon aangaf. Macht en aanzien lagen hier in handen van families als Bentinck, Van der Capellen, Van Haersolte en Ripperda. Zij leefden in de overtuiging dat zij op grond van hun adellijke afkomst waren geroepen om te heersen over land en mensen.

Eer vormde het belangrijkste ordeningsprincipe in het bestaan van Oost-Nederlandse edelen. Door dit eerbegrip te ontrafelen en als sleutel te hanteren tot hun leef- en gedachtewereld ontstaat een nieuw, verrassend beeld van een merkwaardige, fascinerende beschaving in het oosten van de Republiek. ‘Republiek van adel’ vertelt niet alleen een verhaal over macht en aanzien van de meest vooraanstaande families die de loop der dingen in de statenvergadering bepaalden en schermden met roemrijke afstammingen en voorouderlijke deugden. Het boek brengt óók mannen en vrouwen voor het voetlicht die zich krampachtig vastklampten aan hun adellijke status of zich juist, meestal vergeefs, probeerden te onttrekken aan de druk van hun familie of de mores van hun stand.

Republiek van Adel, met isbn 978-90-75879-50-6, toont een wetenschappelijke blik op de Oost-Nederlandse adelscultuur, telt 344 blz. en is verkrijgbaar bij de boekhandel.